donderdag 11 januari 2018

Slachtoffer of dader?

In deze blog ga ik terug naar één van mijn eerste jaren voor de klas. Ik was net afgestudeerd als zij-instromer aan de HVA en vond mezelf al een echte juf en zat vol met idealen. Mijn stage-school wilde mij graag behouden als leerkracht en ik kon daar aan de slag voor twee dagen voor groep 8 en voor de rest de adv-vervanging doen (ja dat waren de vette jaren). Ik had het enorm naar mijn zin. Ik vond die beginnende pubers geweldig, dat is nooit meer veranderd. De klas was een klas met veel bagage. Op een typische zwarte school in een achterstandsbuurtje in Amsterdam Oost. Maar eigenlijk was de "bagage" van de kinderen meer een vaststaand feit dan dat het een probleem vormde. Sterker nog: het was een klas met veel talent en veel positiviteit. Zo waren er twee mega talenten uit Colombia. Eén drumde en de ander rapte. Het waren neven van elkaar, ze waren allebei gevlucht met hun moeder. Beide vaders waren verdwenen. Eén was er zeker vermoord en de ander was vermist. Waarschijnlijk ook vermoord. De dappere moeders hadden hun kinderen mee genomen en waren via omzwervingen gevlucht naar Nederland. Hier verbleven zij lange tijd illegaal. Ik weet zelfs niet of ze ooit wel een status hebben gekregen om hier legaal te wonen. De school had een geweldige Spaanstalige conciërge en via zijn kerk kregen wij veel Spaanstalige illegale kinderen binnen. Het was ook bij de kerk waar als eerste het muzikale talent van de twee ontdekt werd. De één kon daar drummen en de ander rapte er naar harte lust op los. De afscheidsavond was natuurlijk een geweldig groot succes dat jaar. Na de musical hadden we onze eigen Colombiaanse muzikanten die een disco avond verzorgden. Een juf had een heus drumtoestel van haar zoon op school gebracht en daar werd fantastisch op gespeeld. Er werd gezongen, gerapt en gedanst. De andere kinderen scandeerde de namen van de twee jongens omdat ze niet wilden dat het stopte. Toen de avond was afgelopen was er een emotioneel afscheid. Zelfs stoere jongens pinkten traantjes weg en vielen elkaar in de armen. Iedereen scheen te beseffen wat een bijzondere groep het eigenlijk was. Ik wist toen dat dat was waar het basisonderwijs voor bedoeld is: een brede basis leggen, vertrouwen winnen, talenten ontdekken en ontwikkelen.

Maar dit keer heeft mijn blog geen moraal, geen boodschap of een positief hart onder de riem. Dit keer gaat mijn blog over een onverwachte wending die mij kippenvel op mijn armen gaf, de rillingen over mijn rug deed lopen en waar ik niets mee kan behalve dan het aannemen als feit en doorgaan. En weten dat het waarschijnlijk niet de laatste keer zal zijn dat de rillingen over mijn rug lopen. Het verhaal gaat namelijk verder.

De jonge Colombiaanse rapper is er niet meer. Er is enkel nog een herdenkingsplek in de Bijlmermeer. Vlakbij een school waar ik na Oost ging werken en waar ik iedere dag (voordat het gebeurde) langs fietste. Een herdenkingsplek voor de gevluchte jongen en inmiddels vader van een zoontje van vijf die daar om het leven is gebracht. Zijn moeder is de halve wereld over gevlucht om haar zoon een betere toekomst te bieden en te zorgen dat hij niet door geweld of drugs om het leven zou komen. De ironie. In de Katholieke Spaanstalige kerk vlakbij mijn huis zag ik hoe iedereen in het wit gekleed was en de jonge vader en talentvolle muzikant herdacht. En alsof dat nog niet genoeg rillingen waren, stopt het verhaal hier niet. In de klas die ik dat jaar had (en inmiddels alweer een andere school, een SO school in Amsterdam West) zat een jongen die zich lang staande had gehouden in het regulier onderwijs. Tot groep zeven was het hem gelukt. Hij was ook bovengemiddeld intelligent en had een danstalent. Het leek hem voor de wind te gaan, totdat ene moment. Dat ene moment dat zijn zeventienjarige broer in een moment van boosheid, woede of was het iets anders geweest, een Colombiaanse jongen doodstak. Zo kwam het dat ik dat jaar tijdens het kerstdiner de dader die één van mijn eerste leerlingen ombracht, een hand gaf. Hij had verlof en mocht van moeder mee om zijn broer naar het kerstdiner te brengen. Op het moment dat ik hem een hand gaf wist ik dat hij iemand had omgebracht maar nog niet dat dat mijn leerling was geweest. Achteraf ben ik daar alleen maar blij om. Ik had hem sowieso een hand gegeven. Ik had sowieso niet laten weten dat ik de feiten wist. Maar ik ben blij dat ik niet heb hoeven doen alsof. Ik weet en zie nu ook welke impact het heeft op het hele gezin van de dader. Dat niet alleen het gezin van het slachtoffer gestraft wordt, maar alle betrokkenen. Want de broer van de dader, was ook getraumatiseerd en daar is veel werk voor nodig om die weer op een goed pad te krijgen. Want het hele gezin heeft lange tijd in een labyrint gezeten, opzoek naar een weg die ze naar een goede uitgang zou leiden. Niet alleen de dader verandert in één heel klein moment zijn eigen toekomst maar hij verandert het voor zijn broers en zijn ouders. Voor geen van hen zal het leven ooit weer hetzelfde zijn. Kansen zien, kansen krijgen en kansen grijpen is nou eenmaal anders als je getraumatiseerd bent.

Voor een hoop van mijn vrienden, kennissen en bekenden is dit gelukkig een ver-van-mijn-bed-show. Maar helaas is dit niet een op zich zelf staand verhaal voor mij. Ik heb inmiddels al wat meer misdrijven met dodelijke afloop, moorden en andere criminele activiteit-verhalen 'mogen' verzamelen. Ik hoor ze aan, troost een kind, sta bij een openbare gemeentebegrafenis als er een moeder is vermoord, ga onder politiebegeleiding op bezoek bij kinderen die ondergedoken zitten, maar uiteindelijk ga ik naar mijn veilige huis, mijn lieve vriend en mijn fijne vrienden. Die kinderen niet. Daarom ben ik blij dat ik 5 uur per dag hun juf mag zijn.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten